Inkomensongelijkheid is een van de bepalende sociaal-economische vraagstukken van deze tijd. De Visie van Roy Adkins, Sovereign Analyst bij T. Rowe Price.
Er zijn verschillende oorzaken voor de toenemende inkomensongelijkheid. Een daarvan is dat het herverdelingseffect van belastingen en overdrachten is afgenomen doordat de regels voor het aanvragen van uitkeringen zijn aangescherpt en de belastingtarieven voor de rijkste 1% zijn gedaald. Een andere factor is dat veel industrieën zich meer concentreren, waardoor de economische macht binnen een kleiner aantal bedrijven wordt geconsolideerd.
Veranderingen op de arbeidsmarkten, waaronder de automatisering van laaggekwalificeerde banen en de toename van deeltijdwerk en kortetermijnwerk, hebben ook bijgedragen aan de inkomensongelijkheid. In geavanceerde economieën is dit verder verankerd door de uitbesteding van de productie aan landen waar de lonen lager zijn.
Inkomensongelijkheid voedt populisme
Inkomensongelijkheid heeft grote gevolgen voor beleggers. Het doet pijn aan de groei: Het Internationaal Monetair Fonds stelt dat het rijker maken van de rijken met één procentpunt de groei van het bruto binnenlands product (BBP) van een land in de volgende vijf jaar met 0,08 procentpunt verlaagt, terwijl het rijker maken van de armen en de middenklasse met één procentpunt de groei van het BBP met 0,38 procentpunt kan verhogen. Inkomensongelijkheid creëert ook ongelijkheid van kansen door mensen met een lager inkomen de kans te ontnemen om te investeren in hun gezondheid en onderwijs.
Inkomensverschillen leiden tot strijd om overheidsmiddelen. Dit leidt tot politieke volatiliteit, die op haar beurt de opkomst van populistische bewegingen kan aanwakkeren en de sociale verdeeldheid kan verdiepen. Zo is de steun voor gesloten economieën gegroeid onder arbeiders in ontwikkelde landen die het gevoel hebben – met enige rechtvaardiging – dat ze niet hebben geprofiteerd van de globalisering, en wordt de onafhankelijkheid van de centrale banken bedreigd omdat de investeringsvriendelijke omgeving die ze hebben proberen te creëren, niet iedereen ten goede is gekomen.
Politieke volatiliteit leidt doorgaans tot hogere overheidsuitgaven, omdat zowel rechtse als linkse populisten een grotere sociale mobiliteit en gelijkheid eisen. Dit leidt doorgaans tot een grotere schuldenlast, steilere rendementscurves en een soepeler monetair beleid, waardoor de inflatieverwachtingen stijgen. Ongelijkheid heeft geleid tot vijandigheid jegens de handel, met als gevolg dat multinationale ondernemingen waarschijnlijk te maken zullen krijgen met meer regelgeving en strengere belastingen.
Verandering in consumptie leidt tot sectorale kansen
De toenemende inkomensongelijkheid zal waarschijnlijk een negatief effect hebben op de producenten van luxegoederen, maar zal ook op andere gebieden kansen creëren. Als bijvoorbeeld het potentieel voor sociale mobiliteit en werkgelegenheid beperkter wordt, zal volgens Adkins de vraag naar betaalbare vrijetijdsbesteding toenemen, wat zal leiden tot innovaties in het toerisme en de vrijetijdsindustrie. Tegelijkertijd zullen de hoge kosten van accommodatie in groeiende stedelijke gebieden kansen bieden aan bedrijven die oplossingen bieden.
Aangezien educatie voor de meeste mensen met een laag inkomen de meest waarschijnlijke weg naar een hoger inkomen zal zijn, meent Adkins dat er een enorme markt zal zijn voor bedrijven die kwalitatief hoogstaand maar betaalbaar onderwijs aanbieden, zoals het Curro-onafhankelijke scholennetwerk in Zuid-Afrika. Ook zullen innovatieve zorgverleners waarschijnlijk grote kansen krijgen.
In opkomende markten zoeken steeds meer mensen toegang tot financiële diensten, waardoor kansen ontstaan voor bedrijven die technologie gebruiken om klanten met een laag inkomen te helpen hun financiën beter te beheren. Tinkoff Bank in Rusland en het Keniaanse mobiele geldtransferbedrijf M-Pesa zijn hier vroege voorbeelden van.
Hoe inkomensongelijkheid beleggingsbeslissingen beïnvloedt
Bij T. Rowe Price ondersteunen de interne ESG-specialisten de teams die in overheidsobligaties beleggen in alle fasen van het beleggingsproces. Hiervoor heeft T. Rowe Price het Responsible Investing Indicator Model ontwikkeld, waarmee zij de ESG-factoren die het meest waarschijnlijk een materiële invloed hebben op de langetermijnprestaties van een staatsobligatie, identificeren, analyseren en integreren. Inkomensongelijkheid is een belangrijke overweging in de ‘sociale’ component van ESG en heeft daarom een sterke invloed op beleggingsbeslissingen over staatsobligaties.