Dit is een nieuw deel in een reeks briefwisselingen tussen een specialist van het ESG-team van Actiam en een portefeuillemanager uit het aandelenteam van deze vermogensbeheerder. Zij belichten jullie – ieder vanuit hun eigen perspectief – een bepaald onderwerp; dit keer: SLAPP-rechtszaak.
Hi Caspar,
In mijn vrije tijd kijk ik graag naar “Last Week Tonight”, de Amerikaanse variant van “Zondag met Lubach”. Recent kwam naar buiten dat het programma twee jaar geleden is aangeklaagd vanwege kritische berichtgeving op Bob Murray, de CEO van het grootste particuliere kolenbedrijf in Amerika. Door het voeren van een SLAPP-rechtszaak (wat staat voor Strategic Lawsuit Against Public Participation) probeerde het bedrijf verdere kritiek van het programma te dwarsbomen.
“Hoewel de rechterlijke macht natuurlijk altijd het eindoordeel velt, is het de vraag of beleggers zich niet zouden moeten uitspreken tegen bedrijven die dergelijke rechtszaken aanspannen.”
Een SLAPP is een strategische rechtszaak, bedoeld om iemand of een organisatie het werken onmogelijk te maken. Het uitgangspunt van de klagende partij is vaak niet per se dat het de rechtszaak wil winnen. Veel vaker is het de strategie om de kritische partij te dwingen tot het maken van dusdanig hoge juridische kosten dat het de kritiek of de oppositie opgeeft.
Hoewel het fenomeen SLAPP in Nederland nog relatief onbekend is, worden er wereldwijd al jarenlang dergelijke rechtszaken gevoerd. Steeds vaker zijn partijen die kritiek uiten op schendingen van mensenrechten of activiteiten ontplooien die leiden tot milieuschade het doelwit.
Een voorbeeld hiervan was de rechtszaak tussen het Amerikaanse energiebedrijf ETP en Banktrack. Banktrack is een NGO die kritiek uitte op de schending van mensenrechten door ETP bij de aanleg van de Dakota Access-oliepijpleiding. De rechtszaak noemde ook andere milieugroeperingen, waaronder Greenpeace, in een poging om kritiek op de gevolgen van de pijpleiding op het land en de watervoorraden van de lokale bevolking te stoppen.
De rechterlijke macht velt natuurlijk altijd het eindoordeel, maar het is de vraag of beleggers zich niet zouden moeten uitspreken tegen bedrijven die dergelijke rechtszaken aanspannen. Vrijheid van meningsuiting is namelijk een grondwettelijk recht die niet door het dreigen met vervolging (of sancties langs juridische weg) beperkt zouden moeten worden. Maar weet jij of er naast de morele overwegingen ook financiële consequenties zijn aan SLAPP- rechtszaken voor de bedrijven die deze starten?
Groet,
Ruud Hadders
Responsible Investment Officer – ACTIAM
Hi Ruud,
Interessant onderwerp die SLAPP-rechtszaken. In de basis zijn de wetten die daartegen proberen op te treden natuurlijk een mooi fenomeen. Als het gaat om de meest toonaangevende cases, zoals die van ETP omtrent de Dakota Access-oliepijpleiding, denk ik dat dergelijke wetgeving noodzakelijk is. Een ander voorbeeld van een toonaangevende casus is de wat oudere “McLibel”-casus. Hierbij werden journalisten aangeklaagd voor het uitdelen van pamfletten met foutieve informatie over McDonalds. In beide voorbeelden moet, ondanks geldende wetgeving, wel naar de nuances worden gekeken.
“Een SLAPP-rechtszaak is erg regiospecifiek en het zal in Nederland niet zo’n vaart lopen. Toch zouden Nederlandse institutionele beleggers die wereldwijd beleggen hierover wel een standpunt in moeten nemen.”
Wanneer een bedrijf door een NGO of journalist wordt bekritiseerd – en dit heeft impact op bedrijfsvoering en potentiële winsten ofwel reputatie – dan kan het bedrijf op verschillende manieren reageren. Het bedrijf kan in gesprek gaan met de NGO en bekijken of de feiten overeenkomen met de kritiek. Vervolgens geeft het bedrijf aan hoe dit te adresseren en deelt de uitkomsten in gesprek met de NGO. Dit is op het oog het beste proces. Helaas loopt de werkelijkheid niet altijd via dit ideale proces. Soms blijkt dat zogenaamde feiten onwaarheden zijn of is er geen dialoog mogelijk tussen het bedrijf en de andere betrokken partij(en). In dat geval is het essentieel dat bedrijven hierop kunnen reageren door een aanklacht in te dienen.
De financiële inspanning van het starten van een SLAPP-rechtszaak is nihil; de middelen vallen in het niet met potentiële reputatieschade die kan worden aangebracht door derde partijen via publieke berechting. Een voorbeeld hiervan is de zogenaamde gaspedalencase van Toyota uit 2009. Deze gaspedalen bleven hangen door foutieve software. Kosten: US$ 2 tot 5 miljard. Achteraf werd vastgesteld dat de meeste ongelukken werden veroorzaakt door menselijke fouten.
Dus het antwoord op jouw vraag of beleggers zich moeten uitspreken tegen bedrijven die SLAPP-rechtszaken aanspannen tegen derde partijen is: ja, maar met een kanttekening. Die kanttekening betekent dat dit alleen moet wanneer alle informatie publiek is en de feiten voor iedereen helder zijn en er geen andere nuances meer aan te brengen zijn.
Daarnaast denk ik dat zoiets als een SLAPP-rechtszaak inderdaad erg regiospecifiek is en het in Nederland niet zo’n vaart zal lopen (hoewel Nederlandse institutionele beleggers wereldwijd beleggen en dus ook hierover een standpunt in zouden moeten nemen). Desalniettemin kijk ik – net als jij – met veel interesse naar “Zondag met Lubach”! Even de gedachten verzetten om weer fris en fruitig aan een nieuwe werkweek te beginnen.
Groet,
Caspar Snijders
Portfolio manager Equities – ACTIAM