Beleggers zien zich geconfronteerd met vele prikkels en uitdagingen. Denk met name aan de invloed die centrale banken uitoefenen met hun rentebeleid, de volatiliteit en sterk uiteenlopende bedrijfsresultaten. Edwin Mars, senior salesmanager bij State Street Global Advisors (SSGA), breekt een lans voor sectorbeleggen met Exchange Traded Funds (ETF’s) en stelt het op één lijn met andere verfijnde beleggingstechnieken.
State Street maakt er momenteel veel werk van om het beleggen in sectoren bij beleggers te upgraden als een efficiënte manier om tot een succesvolle asset allocatie te komen. “Het is wel een intensieve manier om met beleggen om te gaan”, erkent Mars tijdens een bijeenkomst over sectorbeleggen in het pand van Euronext op het Damrak. Aanleiding was de lancering van tien World Sector SPDR ETF’s op Euronext Amsterdam en een aantal andere effectenbeurzen in Europa.
Lees voor meer achtergrond: ‘State Street lanceert tien ETF’s op het Damrak’
Nieuw is sectorbeleggen natuurlijk niet. Maar wat wel nieuw is, is de sterk verbeterde toegankelijkheid naar bedrijfssectoren via ETF’s. “Beleggers kunnen op deze manier eenvoudig exposure krijgen tot een sector en met behulp van indextrackers ook snel schakelen.” Met andere woorden: ze kunnen alerter reageren op trends op sectorgebied dan met een regulier beleggingsfonds of een afzonderlijk aandeel.
Sectorrotatiemodel
Naar zeggen van Mars komt de door State Street begin mei gelanceerde range van ETF’s tegemoet aan de vraag van institutionele klanten en retailbeleggers. Sectorbeleggen biedt beleggers volgens hem een meer doelgerichte blootstelling aan ontwikkelingen in een specifieke sector dan andere beleggingsstrategieën. Tegelijkertijd zit de belegger niet in zijn maag met het reilen en zeilen van ondernemingen op individueel bedrijfsniveau.
Om beleggers te helpen met het beleggen in sectoren heeft State Street tevens een sectorrotatiemodel ontwikkeld om ze een handvat te bieden om succesvol beslagen ten ijs te komen. De basis van dit model is dat de economie in cycli op en neer beweegt. Beleggers kunnen daar slim op inspelen door te roteren tussen sectoren.
Sommige sectoren zullen outperformen gedurende een bepaalde fase en worden positief beïnvloed en voortgedreven door cyclische factoren, zoals bedrijfsresultaten, de rente en inflatie. Bij het toepassen van sectorrotatie kan een belegger ETF’s gebruiken om zijn asset allocatie over sectoren naar believen te vergroten of te verkleinen, al naargelang een cyclus. Een economisch herstel zal over het algemeen ten gunste komen van alle sectoren, maar sommige kunnen echter meer profiteren dan andere.
Offensief versus defensief
Rentegevoelige sectoren zoals de sectoren Duurzame Consumptiegoederen, Technologie en Financials tenderen te profiteren van de eerste fases van een economisch herstel. Consumenten durven het dan beter aan om geld slurpende uitgaven te doen voor auto’s en huizen, mede ingegeven door een doorgaans lager renteniveau.
Maar later in een later stadium doen deze waarden het meestal slechter wanneer de rente weer stijgt en het voor consumenten moeilijker wordt om leningen af te sluiten. Als de economische groei doorzet, maar vertraagt, dan vergaat het Materialen en Industrie beter. Want in deze constellatie zwellen hun omzetten normaliter aan.
Als de economie echter op zijn retour is in een laagconjunctuur en er uiteindelijk een recessie inzet, dan kan de inflationaire druk leiden tot een outperformance van Energie. Daarnaast is het tij dan vaak gunstig voor typisch defensieve sectoren. Bijvoorbeeld Healthcare, Basisconsumptiegoederen en Utilities.
Smart beta
Mars beklemtoont dat ETF’s een mooie mogelijkheid bieden om passief in sectoren te beleggen en dat te doen tegen lage kosten en met intraday verhandelbaarheid op de beurs, zonder grote exposure naar één bepaald aandeel. De gevolgde sectorindex biedt spreiding over vele aandelen binnen de betreffende sector. “Door te bepalen welke sectoren het goed doen in een bepaalde fase en welke het slecht doen, kunnen goede resultaten worden behaald, ongeacht de fase waarin de markt verkeert.”
In zoverre durft Mars het zelfs aan om sectorbeleggen met smart beta te vergelijken. Zijn denkwijze komt neer op het volgende. Passief beleggen heeft via onder meer ETF’s in de afgelopen jaren een behoorlijke sprong gemaakt en is tot volle bloei gekomen. Met die bloei zijn beleggers steeds meer gaan uitkijken naar passieve methodieken die het mogelijk maken meer genuanceerde, verfijnde en slimmere beleggingsbeslissingen te nemen.
Zo kan een beleggingsportefeuille beter op maat worden gebouwd. Smart beta is hier een voorbeeld van. Maar volgens Mars kan sectorbeleggen en het toepassen van een sectorrotatiestrategie ook een degelijke geraffineerde oplossing bieden voor beleggers.
Actieve benadering
Het inzetten van ETF’s valt nog altijd onder de noemer passief beleggen. Uit de toon die Mars aanslaat, blijkt dat hij (en ook State Street) steeds meer afstand wil nemen van die verzamelterm. Mars erkent dat ETF’s meestal passieve beleggingsinstrumenten zijn, maar het heeft steeds meer opgang dat ze worden gebruikt als bouwstenen in een actieve beleggingsportefeuille.
Een logische aanpak is in zijn optiek om bijvoorbeeld bewust in bepaalde sectortrackers te beleggen als men op de gevolgde sector geen visie heeft, maar men het wel belangrijk vindt om er exposure naartoe te hebben. De rest van de portefeuille kan de belegger, zoals een actieve fondsmanager of een vermogensbeheerder, invullen met zijn eigen ‘ideeën’. Daarbij kan hij zich door zijn eigen kennis en inzichten laten leiden.
Dat wil dus zeggen: alpha creëren en de eigen skills tonen met beleggingen in sectoren, subsectoren en afzonderlijke stockpicks, waar hij (meer of echt) verstand van heeft. “Als je een duidelijke visie hebt op een sector, bijvoorbeeld Healthcare, dan zou je kunnen profiteren van premies bijvoorbeeld in geval van fusies en overnames.”
Zo is het mogelijk dat beleggers met passieve op sector gerichte ETF’s de index wel degelijk verslaan. Het is dan natuurlijk wel aan de belegger om te bepalen met wat voor economische fase hij te maken heeft. Een verkeerde inschatting van het macro-economische klimaat kan zijn manco’s aan het licht brengen, met als sneu resultaat een underperformance van de portfolio. Veel hangt dan dus af van de vaardigheden en de kennis van de belegger.