De bescheiden groei van de wereldeconomie wordt steeds onzekerder door het zwakke investeringsniveau in de energiesector en de verzwakking van de Chinese economie. Dat schrijft Guy Wagner, Chief Investment Officer en hoofdeconoom bij Banque de Luxembourg (BLI).
In de Verenigde Staten wijzen steeds meer signalen op een afnemende industriële activiteit wegens de sterke dollar en de zwakke investeringen in de energiesector. Wagner: “De toegenomen koopkracht van gezinnen door de lage olieprijzen en de recente loonstijging zorgen er echter voor dat de Amerikaanse economie op een groeipad blijft. In Europa evolueren de economische cijfers nog altijd gunstig, ook al blijft de absolute groei bescheiden. In Japan houdt de economische stagnatie aan, terwijl de economie in China verder vertraagt.”
Door de aanhoudende daling van de olieprijzen blijft de stijging van de kosten voor levensonderhoud beperkt. Wagner: “In de VS bedroeg de inflatie in november 0,5%, tegenover 0,2% in oktober. De favoriete indicator van de Federal Reserve, met name de deflator van de consumentenuitgaven exclusief energie en voeding, is stabiel gebleven. In de eurozone bleef de inflatie in december onveranderd. De inflatie exclusief energie en voeding, waarover Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), onlangs zei dat deze een beter beeld geeft van de ontwikkeling van de kosten voor levensonderhoud, bleef onveranderd op +0,9%. Zolang de olieprijzen laag blijven, lijkt de inflatiedoelstelling van 2% van de ECB weinig realistisch.”
Renteverhoging
Zoals verwacht heeft de Federal Reserve de beleidsrente met 25 basispunten verhoogd, na een periode van zeven jaar van bijna nulrente. Wagner: “Het is de eerste renteverhoging van de Fed in bijna tien jaar. De monetaire autoriteiten hebben duidelijk gemaakt dat eventuele volgende verhogingen langzaam en geleidelijk zullen verlopen.”
In Europa heeft de ECB het programma voor kwantitatieve monetaire versoepeling uitgebreid door het inkoopprogramma voor obligaties te verlengen van september 2016 tot maart 2017, door in het programma ook schuldpapier van lokale en regionale overheden op te nemen en de depositorente te verlagen. Indien de inflatiedoelstelling ook in de toekomst niet wordt bereikt, zijn extra maatregelen voor kwantitatieve monetaire versoepeling waarschijnlijk.
“In tegenstelling tot wat we gewend zijn, hebben de beurzen het in december niet zo goed gedaan”, aldus de hoofdeconoom. “De daling van de olieprijzen tot onder de 40 dollar per vat heeft ertoe geleid dat er op de beurzen bezorgdheid ontstond over een verheviging van de groeivertraging en over de herfinancieringscapaciteit van ondernemingen met een lagere rating.”
Volatiel
Wagner: “Na een volatielere en minder goede tweede helft van 2015 zouden aandelen het in 2016 moeilijker kunnen krijgen ondanks het gebrek aan beleggingsalternatieven, rekening houdend met de vertraging van de conjunctuur en de winstgroei, de forse stijging van de beurskoersen sinds 2009 en de geopolitieke spanningen in de wereld.”
In december is de euro met 3% gestegen tegenover de dollar, van 1,06 naar 1,09. “De teleurstelling van beleggers over de omvang van de extra maatregelen voor kwantitatieve monetaire versoepeling van de ECB had een stijging van de euro tot gevolg. Zolang het Europese en Amerikaanse monetaire beleid van elkaar blijven verschillen, zal de recente stijging van de euro wellicht van korte duur zijn.”
