Westerse bedrijven nemen steeds minder bedrijven in de opkomende landen over. Volgens KPMG is de reden hiervan dat nu de stabiliteit en het vertrouwen in veel van de ontwikkelde markten terugkeert de bedrijven in westerse landen hun pijlen op de eigen, ontwikkelde markten lijken te richten als zij op zoek zijn naar een fusie of overname.
Uit onderzoek dat KPMG iedere zes maanden doet naar de transactiestromen tussen dertien geselecteerde opkomende economieën en vijftien van de voornaamste ontwikkelde markten blijkt dat in de eerste zes maanden van 2014 het aantal fusies en overnames door westerse bedrijven in de opkomende markten is afgenomen tot 488 transacties, een daling van 8% vergeleken met de 531 transacties in de tweede helft van 2013.
“Het lijkt erop dat de aantrekkelijkheid voor westerse bedrijven om te investeren in de opkomende markten minder wordt en de potentie van de eigen, ontwikkelde markten beter op het netvlies van de ondernemingen komt”, zegt Wouter van de Bunt, partner bij KPMG Corporate Finance. “Daar komt bij dat de meest aantrekkelijke transacties in de opkomende markten inmiddels wellicht al gerealiseerd zijn en de kwaliteit van de deals dus minder aan het worden is.”
China erg actief
Het aantal overnames door bedrijven in de opkomende markten van ondernemingen in de ontwikkelde landen daalde in de eerste helft van 2014 met 9%, van 197 tot 179 transacties. Van de Bunt: “Deze daling is geheel in lijn met de verbetering van de economische situatie in de gevestigde landen. Nu het vertrouwen terugkeert, moeten westerse bedrijven meer opbrengen en worden zij minder interessant voor ondernemingen in de opkomende landen, die ook nog eens te maken hebben met meer concurrentie van investeerders uit de westerse wereld.”
In de eerste zes maanden van dit jaar was China van de opkomende landen met 35 transacties het meest actief in het westen, maar minder dan in de tweede helft van 2013, toen nog 54 transacties werden gerealiseerd. India zag het aantal transacties in de gevestigde markten met bijna 60% toenemen, van 14 naar 22.
Hoewel de belangstelling van westerse bedrijven voor ondernemingen in de opkomende landen nu op een laag pitje staat, ziet Van de Bunt de behoefte om te investeren op de korte termijn terugkeren. “We weten dat er op de middellange en lange termijn erg veel potentie zit in de opkomende markten. Ons onderzoek heeft de afgelopen jaren aangetoond dat deze potentie een groot aantal fusies en overnames tot gevolg heeft.”
Flinke opleving
De huidige cijfers tonen volgens Van de Bunt echter aan dat de transacties de afgelopen zes maanden met name op kortetermijnkansen gericht waren. “Gezien het feit dat ongeveer de helft van ’s werelds bbp op dit moment afkomstig is uit de opkomende landen, liggen er voor westerse bedrijven aanzienlijke mogelijkheden en kunnen we de komende tijd een flinke opleving van het aantal transacties in de opkomende markten tegemoet zien.”
In India bijvoorbeeld. “Daar versoepelt de nieuw gekozen regering de beperkingen voor investeerders in de hoop haar status van vooraanstaande economie terug te krijgen. Een teken dat de deuren voor potentiële investeerders wijd open staan.”