Nieuw-Zeeland gedijt door Goudlokje-scenario

0

Terwijl buurman Australië de wind tegen heeft, met een lagere vraag naar grondstoffen vanuit China, ging het in 2014 aan de andere kant van de Tasmanzee duidelijk voor de wind. Na jaren van traag herstel lijkt er in Nieuw-Zeeland zelfs sprake van het befaamde ‘Goudlokje’-scenario, gekenmerkt door een stevige economische groei en een vriendelijk inflatiebeeld.

Nieuw-Zeeland gedijt door Goudlokje-scenarioDe jongste cijfers over het vierde kwartaal 2014 laten een reële groei van het bbp zien van 3,5% op jaarbasis, met een inflatie van 0,75%. Hiermee groeit de economie van Nieuw-Zeeland weer het hardst in acht jaar. Ondanks de gunstige groeicijfers zijn de perspectieven voor aandelenbeleggers echter minder florissant.

Zelfs de veerkracht die de Verenigde Staten in het vierde kwartaal toonden tegen de achtergrond van een vertragende globale economie, steekt met 2,4% op jaarbasis wat schril af bij de boventrendmatige groei die Nieuw-Zeeland liet zien. Naast groeikracht maakt ook de geringe draaglast van de economie indruk. De overheidsschuld ligt met 41% van het bbp ruim onder die van andere ontwikkelde economieën. Wat is het geheim van Nieuw-Zeeland?

The Hobbit

Een scepticus zou stellen dat deze zonnige cijfers incidenteel zijn en vooral te danken zijn aan de recente Hollywood-kaskraker ‘The Hobbit’ waarin de afwisselende landschappen van Nieuw-Zeeland als fascinerend decor dienden. Niet voor niets veerde het toerisme op afgelopen jaar en is het grotendeels verantwoordelijk geweest voor de stijging van 6,1% in de export in het laatste kwartaal van 2014.

Een andere incidentele factor die aangedragen kan worden, is dat Nieuw-Zeeland simpelweg op stoom gebleven is omdat het niet, net als Australië, te maken heeft met een afkoelende mijnbouwsector. Ten slotte heeft het land een incidentele groeispurt meegemaakt in de bouwsector na de aardbeving van 2011. De groei in het aantal bouwvergunningen maakte sinds 2011 een sterke opleving door, maar intussen lijkt de groeibijdrage van herstelwerkzaamheden te zijn uitgeput.

Het is echter te kort door de bocht om de groei van Nieuw-Zeeland volledig toe te schrijven aan cyclische factoren. Er is meer aan de hand dan een tijdelijk betoverend ‘Hobbit’-effect. Een belangrijke groeibriljant is de ontwikkelde agrarische sector. Nieuw-Zeeland is wereldmarktleider in melkproducten en de vooruitzichten voor de veehouderij zijn gunstig met een groeiende afzetmarkt. Naarmate opkomende markten de economische inhaalslag maken met het Westen is typisch ook een convergentie in voedingspatronen waarneembaar.

Dit betekent dat er meer vraag naar melkproducten zal ontstaan. Experts verwachten dan ook dat de vraag vanuit China, India, het Midden-Oosten en Afrika het aanbod richting 2020 zal overtreffen. De export van babyvoeding richting China is momenteel één van de grootste groeimarkten. Het in Nieuw-Zeeland gevestigde Fonterra, de grootste melkexporteur ter wereld, heeft recent voet aan de grond gekregen in deze omvangrijke markt.

Verrassende groeipatronen

Een andere positieve ontwikkeling ligt verscholen in het verrassende feit dat ondanks de sterke groeicijfers de inflatie toch nog zo laag is gebleven. Dit herinnert aan de eerder genoemde Goudlokje-omgeving, waarin een flexibele aanbodzijde van de economie vraagschokken soepel weet op te vangen. Een hogere productiecapaciteit zorgt voor meer speling in een economie waardoor vraagschokken niet direct leiden tot inflatoire druk. In het geval van Nieuw-Zeeland lijkt het vooral de toename in het arbeidsaanbod dat inflatoire druk heeft voorkomen. Zo steeg de participatiegraad verder naar 65,3%.

In mindere mate speelt een gezonde bevolkingsgroei van 1,5% een rol. Er zijn kortweg twee redenen voor de recente stijging in het arbeidsaanbod die ook voor de langere termijn relevant zijn. Ten eerste is er sprake van netto positieve migratie naar Nieuw-Zeeland. Frappant is dat minder mensen uit Nieuw-Zeeland vertrekken naar buurland Australië, terwijl juist meer Australiërs richting Nieuw-Zeeland vertrekken. Indirect valt in deze migratiepatronen ook al het uiteenlopend economisch tij tussen Australië en Nieuw-Zeeland op.

Het ziet er naar uit dat de transformatie in het Chinese groeimodel naar een meer consumptie gerichte economie, de economie van Nieuw-Zeeland meer bevoorrecht dan die van Australië. Hierdoor zullen deze migratiepatronen blijven bestaan of zelfs versterkt worden. Ten tweede is ook in Nieuw-Zeeland de beweging naar langer werken op hogere leeftijd waarneembaar. Het arbeidsaanbod in het leeftijdscohort van 55 jaar en ouder blijft hierdoor op peil.

Kiwi is kwetsbaar

Op monetair gebied is komende periode geen vuurwerk te verwachten. De lage inflatie heeft de toon van de centrale bank, de Reserve Bank of New Zealand (RBNZ), afgelopen tijd neutraal gehouden na een reeks van eerdere renteverhogingen. Enerzijds laat de afwezigheid van stevige loongroei geen monetaire verkrapping toe, terwijl anderzijds de economische ontwikkeling te sterk is om te verruimen.

Ook hier geldt dus het ‘niet te warm, niet te koud’ dat zo kenmerkend is voor een Goudlokje-omgeving. In het monetaire beleid speelt de wisselkoers van de Nieuw-Zeelandse dollar, de kiwi, ook een beeldbepalende rol. Op basis van reële koopkrachtpariteit is de kiwi sterk overgewaardeerd, waardoor per saldo deflatoire krachten via lagere importinflatie de overhand hebben.

De overwaardering van de kiwi maakt de valuta kwetsbaar voor een correctie later in 2015, zeker gezien de aanstaande renteverhoging van de Federal Reserve die de rally van de Amerikaanse dollar een nieuwe impuls gaat geven. Nu het gevaar voor deflatie per saldo groter is dan excessieve inflatie zullen er consistente en opwaartse verrassingen in de feitelijke inflatie nodig zijn om de RBNZ op het spoor van monetaire verkrapping te bewegen. Een lagere wisselkoers van de kiwi kan uiteindelijk bijdragen aan een stijging in de feitelijke inflatie.

Glas is halfleeg

De vooruitzichten voor aandelen zijn ondanks de solide macro-economische prestaties niet uitnodigend te noemen. Op basis van een verwachte koers-winstverhouding is de MSCI New Zealand Index gewoonweg duur ten opzichte van de eigen historie én ten opzichte van de MSCI World Index. Nieuw-Zeeland is momenteel 23% duurder dan de globale index.

De relatieve waardering van Nieuw-Zeeland versus de MSCI wereldindex loopt deels mee met de ontwikkeling van de melkprijs. Gezien het belang van de agrarische sector voor export en binnenlandse bestedingen is de melkprijs een belangrijke variabele voor de beurs in Nieuw-Zeeland. Juist op dit punt is op de korte termijn eerder het glas halfleeg dan halfvol. De Europese Commissie heeft per 31 maart 2015 de van 1984 daterende melkquota van de Europese Unie (EU) overboord gezet waardoor Europese producenten dus meer kunnen exporteren en de concurrentie met Nieuw-Zeeland kunnen aangaan.

Daarbij is de loongroei tot nu toe gematigd geweest waardoor winstmarges gestegen zijn sinds 2009. Deze expansie van winstmarges kan echter stranden als de groei in het arbeidsaanbod niet structureel blijkt te zijn, met een aantrekkende loongroei tot gevolg.

Een lange adem?

Een cruciale vraag voor beleggers in de komende periode is of de verrassend sterke groei in de productiecapaciteit van afgelopen jaar duurzaam van aard blijkt. Is dat het geval dan kan het Goudlokje-scenario een langere adem hebben dan gedacht en staat beleggers nog meer goed nieuws te wachten.

Het zijn die toekomstige groeiverrassingen die de aandelenmarkt in Nieuw-Zeeland, ondanks opgelopen waarderingen, nog een zetje omhoog kunnen geven. De globale zoektocht naar rendement zou hierbij faciliterend kunnen werken. Meer waarschijnlijk echter is dat het groeiprofiel van Nieuw-Zeeland iets aan glans verliest komende periode.

Hoewel minder kwetsbaar dan Australië qua exportsamenstelling ondervindt Nieuw-Zeeland uiteindelijk ook hinder van een Chinese groeivertraging, deels indirect door vraaguitval vanuit Australië. Nieuwe concurrentie op de markt voor melkproducten, een wegebbende bijdrage van wederopbouwactiviteiten na de aardbeving en een zwakke groei in de wereldhandel betekent dat het land in toenemende mate tegen de stroom in zal moeten roeien.

Een sceptische houding als belegger ten aanzien van Nieuw-Zeeland is dus wel te rechtvaardigen. Economisch gezien heeft Nieuw-Zeeland vooralsnog het tij mee, maar zal momentum verliezen. Daarbij komt dat vanuit een beleggersperspectief het goede nieuws al is verdisconteerd.

Deel dit artikel

Over de auteur

Peter van der Welle

Peter van der Welle is strateeg bij Robeco.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten