De kapitaalmarkten werden de afgelopen maanden gekenmerkt door manisch-depressieve stemmingswisselingen. Enkele activaklassen vertonen inmiddels extreme waarderingen. Is het mogelijk op zulke bipolaire markten de onderliggende trends te herkennen?
De financiële markt vertoont de laatste tijd een duidelijke neiging om overdreven te reageren, zowel naar boven als naar beneden. Nog niet zo lang geleden werd de markt gedreven door de vrees voor deflatie en een daaruit voortvloeiende recessie. Tegelijkertijd haperde de groei van de Chinese economie en daalde de prijs van ruwe olie tot nog geen 30 dollar per vat. De centrale banken moesten daarom opnieuw in actie komen.
Daarnaast was de eerste voorzichtige renteverhoging, die aangezien werd als teken van economisch herstel, na precies twee weken alweer uitgewerkt. Vanaf het begin van dit jaar wees alles op een storm en heerste de stellige overtuiging dat de instorting van de Chinese economie nabij was en een nieuwe wereldwijde economische crisis zou veroorzaken. De aandelenmarkten en ook andere risicovolle activa zoals de high yield-markt stortten in onder de dreiging van deze veronderstelde zekerheid.
Syndroom
Als we de marktdeskundigen mogen geloven, is alles nu anders. Het doet wat denken aan het syndroom van Münchhausen wanneer China iedere maand opnieuw zich succesvol aan zijn eigen haren uit het moeras trekt door het krankzinnig bedrag van meer dan 350 miljard dollar in de eigen economie te pompen in de vorm van kredieten.
Dit kan niet eeuwig blijven duren, maar zorgt er wel voor dat de rust enigszins teruggekeerd is op de markt. De olieprijs steeg opnieuw naar meer dan 40 dollar per vat en de inflatie keerde (in elk geval) in de Verenigde Staten terug. Vervolgens stegen de Amerikaanse aandelenindices weer bijna tot recordhoogten.
De waanzin lijkt te hebben toegeslagen op de kapitaalmarkt. In een paar maanden tijd doorloopt de markt cycli die normaal gesproken kwartalen of zelfs jaren duren. In zo’n situatie is het moeilijk het hoofd koel te houden.
Op onbekend terrein
Daarom doen we hier opnieuw een poging om door de mist van de bipolaire markten heen te kijken en de onderliggende trends te ontdekken, als die er tenminste zijn. Daarbij is het absoluut niet belangrijk om de maatregelen van de centrale banken te begrijpen. In het geval van de Europese Centrale Bank (ECB) bijvoorbeeld moet iedereen voor zichzelf maar proberen wijs te worden uit de wirwar aan afkortingen waaruit de zogeheten Quantitative Easing inmiddels bestaat: QE = APP = PSPP + ABSPP + CBPP3 + CSPP.
Wereldwijd zullen we nog een lange tijd met lage rentes te maken hebben, zeker in de eurozone. Dit stelt veel marktspelers voor problemen, aangezien de waarderingen van veel activa inmiddels niet meer binnen de rendementsvooruitzichten passen. We bevinden ons nu eenmaal op onbekend terrein.
Maar liefst 9200 miljard euro aan staatsobligaties heeft wereldwijd een negatief marktrendement. Dat is op zich al beangstigend. In sommige gevallen heeft meer dan 70 % van de staatsobligaties van een land een negatief rendement.
Garanderen van pensioenen
Een voor de hand liggend gevolg is dat groepen die tot nu toe, om wettelijke of andere redenen, alleen in staatsobligaties investeerden, het nu zonder beleggingsopbrengsten moeten stellen. De vooruitzichten voor pensioenplannen gebaseerd zijn op levensverzekeringen of op andere als veilig beschouwde beleggingen zijn, op zijn zachtst gezegd, niet goed.
Voor de pensioenspaarder blijven er nog maar twee alternatieven over. Allereerst: geen pensioen opbouwen. In de meeste landen die te kampen hebben met een toenemende vergrijzing is dit geen optie voor wie op zijn oude dag niet in armoede wilt leven.
Ten tweede: andere beleggingsvormen. Dit lijkt de aangewezen keuze te zijn, te meer omdat het er niet naar uitziet dat het rentebeleid van de centrale banken die voor ons relevant zijn, op korte termijn wezenlijk zal veranderen. Zelfs de Amerikaanse Federal Reserve is opnieuw terughoudend over zijn volgende stappen.
Alternatieven
De afgelopen jaren kon de actieve belegger zijn toevlucht nog nemen tot bedrijfsobligaties met een goede tot zeer goede kredietwaardigheid. Deze hadden kenmerken die vergelijkbaar waren met die van staatsleningen, maar gaven een hogere rente. Maar door de nu aangekondigde variant van de Quantitative Easing van de ECB, het zogeheten CSPP (Corporate Sector Purchase Program), valt echter te vrezen dat de rendementen in dit segment op den duur eveneens zullen verdwijnen, zeker omdat dit ook het doel van de ECB is.
Uitwijken naar de high yield-sector, ofwel bedrijfsleningen die geen investment grade-rating hebben, wordt door veel experts, en ook door ons, met klem afgeraden. De obligaties in dit segment zien er misschien wel hetzelfde uit, maar ze kennen een heel andere marktdynamiek en zijn voor de individuele belegger uiterst ongeschikt als pensioenbelegging. Voor fondsproducten met erkende experts die gespecialiseerd zijn in dit type obligaties kunnen ze een zinvolle aanvulling zijn op de kernportefeuille.
Dan blijven er nog obligaties in vreemde valuta en natuurlijk aandelen over. Beide beleggingsvormen zijn maar onder bepaalde voorwaarden geschikt voor leken. In fondsproducten zijn ze echter een perfecte oplossing om op lange termijn voor kapitaalbehoud en -groei te zorgen. Natuurlijk lijken aandelen momenteel duur, vergeleken met vroeger wanneer staatsobligaties een gemiddeld rendement van 5% boden en dat van bedrijfsobligaties 7% bedroeg. Maar het huidige beleggersklimaat is nu eenmaal wat het is en niet wat we zouden willen dat het is.
Door de mist kijken
Neem bijvoorbeeld het aandeel Procter & Gamble (P&G). Dat wordt momenteel verhandeld tegen een koers-winstverhouding (K/W) van 22. Historisch gezien is dat duur en op basis daarvan zouden veel analisten waarschijnlijk adviseren het te verkopen. Een K/W van 22 komt bij benadering neer op een rendement van 4,5% (100:22). Een in dollars genoteerde obligatie van P&G met een looptijd van vijf jaar biedt echter slechts een rendement van 1,6%.
Dat is zeer duur en misschien niet echt zinvol. Maar zolang ingrijpende onvoorziene gebeurtenissen uitblijven, zullen deze obligaties ook niet wezenlijk goedkoper worden. Integendeel. Ze zullen waarschijnlijk nog duurder worden, waardoor het rendement nog verder daalt. Met dit in het achterhoofd is het aandeel P&G misschien toch niet zo duur.
Wanneer we door de mist van de bipolaire markten heen kijken, wijzen de onderliggende trends op een verdere stijging van aandelen en obligaties. Toch moet men niet vergeten dat de kapitaalmarkt nooit in rechte lijn beweegt en schommelingen rondom de trend significant kunnen zijn.