De rente en de rendementen belanden steeds verder in het negatief. Een echte intellectuele uitdaging, maar we schrikken er niet meer van. De nul is gewoon een cijfer als alle andere.
Op 4 februari 2015 schreef de Duitse krant Frankfurter Allgemeine Zeitung: “Deense particulieren die hun eigen huis bouwen, kunnen in hun handen wrijven. Wanneer ze bij de Nordea-bank een hypotheek afsluiten, hoeven ze minder af te lossen dan ze geleend hebben. Vanwege de lage rente heeft de bank het verrassende middel aangewend om hypothecaire kredieten aan te bieden met een negatieve rente van 0,03%.”
Een obligatiebeheerder kijkt al lang niet meer op van door de centrale banken vastgestelde negatieve rentetarieven en zelfs negatieve rendementen bij veilig veronderstelde staatsobligaties. Men kan deze ontwikkeling immers wegredeneren als een tijdelijke aversie, een soort inbewaringstelling van de staat.
Intellectuele uitdaging
Maar leningen met een negatieve rente vormen dan ook een echte intellectuele uitdaging, omdat één ding wel duidelijk is: de nul is bij nader inzien een cijfer als alle andere en vormt geen ondergrens meer voor de rente of rendementen. Pas wanneer bij een leenrentevoet van -100% niets van het geleende geld hoeft te worden terugbetaald, is de (theoretische) bodem bereikt.
Hier willen we graag even brainstormen over de mogelijke toekomst van negatieve rendementen. De gemiddelde terugbetalingsduur van een obligatie is plots langer dan de resterende looptijd. Nulcouponobligaties zijn plotseling de risicoarme variant van een belegging.
Kredietnemers verrijken zich ten koste van kredietgevers, hetgeen bij -0,03% nog niet veel voorstelt. Maar wat als de rente ooit zou dalen tot -20%? Beleggingen die in een normale rente-omgeving volstrekt niet winstgevend zouden zijn, worden dankzij de rente buitengewoon lucratief voor bedrijven.
Reeds effect
Terug naar de economische ontwikkeling. Terwijl de economische cijfers uit de Verenigde Staten achterbleven bij de marktverwachtingen, lijkt de economie van de eurozone precies het tegenovergestelde beeld te vertonen. De belangrijke inkoopmanagersindices voor de eurozone zitten inmiddels weer in de lift.
De aangekondigde Quantitative Easing (QE) van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft reeds effect. Een effect dat de Zuid-Europese leden van de Eurogroep dringend nodig hebben. Terwijl zelfs Frankrijk een 2% groei heeft weten te realiseren sinds de crash begin 2008 zijn Spanje, Italië en Portugal met ruim -7% mijlenver verwijderd van het niveau van voor de crisis en hebben dringend behoefte aan groeistimulansen.
Ook is het effect van QE reeds zichtbaar in de toename van de geldhoeveelheid. Nadat de toenmalige groeidoelstelling van de Bundesbank gedurende jaren helemaal niet werd gehaald, is de ECB erin geslaagd in januari 2015 weer binnen deze doelzone te geraken.
Wees op uw hoede
Als we nu de handelsgewogen wisselkoers van de euro onder de loep nemen, dan zien we dat het effect op de exportmogelijkheden en daarmee ook op de groei binnen de eurozone waarschijnlijk binnen afzienbare tijd duidelijk voelbaar zal zijn, zij het ten koste van derden, zoals Zwitserland en Denemarken. Het valt echter nog te bezien of de euro in dezelfde mate verder kan dalen met het oog op de omvangrijke, speculatieve shortpositie op de Chicago Mercantile Exchange.
De actuele negatieve trend gaat waarschijnlijk niet veranderen binnen afzienbare tijd. Niet alleen wat negatieve rendementen van staatsobligaties en van leningen betreft, maar ook op het gebied van de koersen van de aandelenmarkten. Een goed gevoel voor shocks en de nodige waakzaamheid zijn geboden. Zeg niet dat we u niet gewaarschuwd hebben.