Waarom is de rente momenteel zo laag? Is dit structureel of economisch? En hoe lang zal de rente op deze lage niveaus blijven en wat zou hier verandering in kunnen brengen? Welke vastrentende segmenten bieden op dit moment waarde?
Veel marktspelers zijn ervan overtuigd dat het einde van kwantitatieve verruiming (Quantative Easing) in de Verenigde Staten, waarschijnlijk in oktober van dit jaar, een aanjager zal zijn voor een stijging van obligatierendementen en renteniveaus. Hoewel dit scenario niet ondenkbaar is, zijn er een aantal redenen waarom dit niet noodzakelijk het geval hoeft te zijn.
De aanhoudende kwetsbaarheid van het mondiale economische herstel, de hoge schuldniveaus binnen de Amerikaanse economie en belangrijke deflatoire krachten zijn allemaal factoren die ervoor zorgen dat het onwaarschijnlijk is dat rentes zullen terugkeren naar niveaus van voor de crisis.
Minder relevant
Ik ben er echter al langer van overtuigd dat de exacte timing en volgorde van stijgende rentes minder relevant zijn dan hoe hoog de rentes zullen oplopen als de stijging inzet en hoe lang dit zal aanhouden. Dit omdat een groot deel van de verwachtingen al ingeprijsd zullen zijn door de markt in de aanloop naar een mogelijke stijging.
De uiteindelijke rentepiek en de tijd die het kost om deze te bereiken zullen bepalend zijn voor de mate waarin er een potentiële ‘bear markt’ in obligaties zal zijn. Des te lager en langzamer het herstel, des te minder het effect op obligaties. Het ziet ernaar uit dat de eerste rentestijgingen in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zullen plaatsvinden. Dat heeft te maken met de kracht van het economisch herstel in deze landen.
Belangrijker naar mijn mening is echter dat renteniveaus waarschijnlijk naar veel lagere niveaus zullen stijgen dan we in voorgaande cycli hebben gezien en dat stijgingen geleidelijk zullen gebeuren. De gebeurtenissen in de afgelopen jaren hebben het banksysteem en de financiële markten fundamenteel veranderd.
Het kost tijd
Terwijl de situatie in de eurozone geleidelijk verbetert en waarschijnlijk zal doorzetten, blijven de renteniveaus voor veel landen juist te hoog of te laag, waardoor groei- en werkgelegenheidscijfers per land sterk uiteen zullen blijven lopen.
Desondanks ben ik ervan overtuigd dat de Europese economie er beter voorstaat dan de markt denkt. Het kost nou eenmaal tijd voordat monetair beleid effect heeft op de reële economie. Na bijna drie jaar van verruiming zou Europa wel eens sterkere groei kunnen gaan zien dan verwacht. Daarom verwacht ik niet dat de vrees voor deflatie terecht is.
Is er een vastrentend segment dat op dit moment waarde biedt? Mijn overtuiging is dat rendementen op staatsobligaties licht zullen gaan stijgen, hetgeen de kortlopende positie van het M&G Optimal Income Fund verklaart. Ik denk echter dat credit spreads geleidelijk verder zullen verkrappen. Het nemen van kredietrisico’s blijft in mijn ogen verantwoord en ik ben er ook van overtuigd dat spreads op bedrijfsobligaties beleggers nog steeds ruimschoots indekken tegen de kans dat hun vergoedingen uitblijven.
Voorkeur voor kredieten
Er zijn een paar segmenten van de markt die duidelijk minder duur zijn dan anderen. Dit is waarom het M&G Optimal Income Fund momenteel gespreid belegt en niet geconcentreerd is in een gebied. Ik heb echter een sterke voorkeur voor kredieten in plaats van staatsobligaties. Selectief zijn blijft essentieel: ik heb momenteel een lichte voorkeur voor hoogwaardig schuldpapier, hoewel ik ook aantrekkelijke kansen blijf zien in high yield.
Een van de grote voordelen van het fonds dat ik beheer is dat ik mijn beslissingen wat betreft krediet en duur kan scheiden. Zo kan ik meer inzetten op ‘spread duration’ in hoogwaardig papier en mogelijk meer voordeel halen uit een potentiële verkrapping van de ‘spread’ – zonder te veel renterisico te nemen als ik dat niet aantrekkelijk vind.
Richard Woolnough is manager van het M&G Optimal Income Fund