Nu de emoties rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen beginnen op te lopen, vragen senior econoom Maritza Cabezas en Coördinator FX & Precious Metals Strategy Georgette Boele van ABN Amro zich af welke gevolgen de benoeming van Hillary Clinton of Donald Trump zou kunnen hebben voor de economie.
De economische agenda’s van beide presidentskandidaten zijn niet gedetailleerd genoeg zijn om ze te kwantificeren. Toch heeft het duo getracht de belangrijkste punten in beide programma’s te vergelijken en te bepalen wat verschillende politieke constellaties (meerderheid in Huis van Afgevaardigden en/of Senaat) voor de uitvoerbaarheid van die programmapunten zouden betekenen.
Het basisscenario van Boele en Cabezas gaat uit van een verdeelde overheid, met een Democratische regering en een Republikeinse meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en mogelijk ook de Senaat. Toenemende polarisatie als gevolg van deze machtsverhoudingen zal waarschijnlijk voortdurende politieke onzekerheid tot gevolg hebben, wat beleidswijzigingen moeilijker zal maken. Omdat beide kandidaten over sommige belangrijke vraagstukken, zoals de infrastructuuruitgaven, vergelijkbare standpunten hebben, verwachten de specialisten op die gebieden wel enige vooruitgang.
Het economisch debat is volgens Boele en Cabezas bij deze verkiezingen op de achtergrond geraakt. Velen zijn verrast over de anti-establishment standpunten die ingenomen zijn. Meerdere presidentskandidaten, onder wie ook Donald Trump, hebben ingespeeld op de afkeer van globalisering en immigratie, de ongelijkheid en de wens nationale belangen te beschermen. Tijdens de campagnes zijn de economische programma’s dan ook op de achtergrond komen te staan. Om kiezers te trekken die sceptisch over globalisering zijn, is in de communicatie vooral angst beklemtoond.
Weinig concreet en vaag
De economische agenda van Trump bevat weinig concrete standpunten, terwijl Clinton 31 voornamelijk vaag uitgewerkte prioriteiten stelt. Beide kandidaten zijn het er tot op zekere hoogte over eens dat vrijhandelsakkoorden moeten worden geblokkeerd of afgezwakt en dat de overheidsuitgaven moeten worden verhoogd. Trump is echter meer uitgesproken in zijn opvattingen. Hij wijst handelsakkoorden categorisch af en heeft beloofd zich tegenover China en Mexico agressiever op te stellen om de onderlinge handelsrelaties evenwichtiger te maken.
“Dat beleid kan tot isolationisme leiden, want andere landen zouden in dat geval waarschijnlijk tot vergeldingsmaatregelen overgaan”, waarschuwen Boele en Cabezas. Het ligt volgens hen bovendien voor de hand dat de Amerikaanse exportgroei erdoor zou verminderen.
De grootste verschillen tussen de beleidsvoornemens van de kandidaten hebben betrekking op migratie en gezondheidszorg. Clinton wil het beleid van de regering-Obama op deze terreinen voortzetten. Trump is van plan de immigratie terug te dringen, onder meer door aan de grens met Mexico een muur op te richten. Dergelijk immigratiebeleid zou het arbeidspotentieel drukken en de arbeidsmarkt dus krapper maken. Nu de economie volledige werkgelegenheid dicht genaderd is, zou een tekort aan arbeidskrachten sterke opwaartse druk op de lonen kunnen veroorzaken en uiteindelijk verminderde werkgelegenheid tot gevolg kunnen hebben.
Hogere overheidsuitgaven
De overheidsuitgaven zullen waarschijnlijk door beide kandidaten worden verhoogd, al wil Trump daarbij het verst gaan. Clinton geeft voorrang aan gezondheidszorg en sociale zekerheid, waar voor het grootste deel nieuwe inkomsten tegenover staan. Trump is van plan de vennootschapsbelasting van 35% naar 15% te verlagen. Clinton stelt voor om nieuwe overheidsuitgaven te financieren door met name bij de hogere inkomensgroepen meer inkomstenbelasting te heffen.
Volgens ramingen van de Committee for a Responsible Federal Budget, een onafhankelijke en onpartijdige non-profitorganisatie die zich met federale begrotingszaken bezighoudt, zouden de beleidsvoornemens van Trump en Clinton de overheidsschuld/bbp-ratio in 2026 respectievelijk 52 procentpunt en 12 procentpunt hoger maken dan die nu is. De forse stijging van de overheidsschuld in de plannen van Trump lijkt ons niet haalbaar. Zelfs binnen de Republikeinse Partij zou daartegen weerstand ontstaan, want de overheidsschuld als percentage van het bbp wordt in dat geval onhoudbaar (120%).
Hoewel de Amerikaanse economie enige verbetering vertoont, ziet de Amerikaanse kiezer de toekomst niet met vertrouwen tegemoet. Toen Obama in 2012 aan zijn tweede ambtstermijn begon, was de economie er slechter aan toe dan nu. Toch heerst er momenteel meer onzekerheid over de economische vooruitzichten.
Mogelijke scenario’s machtsverhoudingen
Gezien de politieke constellatie in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat lijkt een verdeelde overheid ons de meest aannemelijke uitkomst. Boele en Cabezas schetsen drie scenario’s, waarvan er twee waarschijnlijk zijn en één onwaarschijnlijk is.
I. Democratische president, Republikeinse meerderheid in Huis van Afgevaardigden, Democratische meerderheid in Senaat
In dit (meest waarschijnlijke) scenario lijken beleidswijzigingen ons moeilijk. De ombuigingen waarover beide partijen het tot op zekere hoogte eens zijn, zoals verhoging van de uitgaven aan infrastructuur en defensie, zullen vermoedelijk wel ten uitvoer worden gebracht. ABN Amro echter dat de beleidswijzigingen geen belangrijke gevolgen voor de economische bedrijvigheid zullen hebben. De economie blijft in een gematigd tempo doorgroeien en de inflatie beweegt in de richting van het streefniveau van 2%. In dit scenario loopt de overheidsschuld als percentage van het bbp waarschijnlijk iets op, want louter economische groei volstaat niet om de doelstellingen voor de overheidsschuld te verwezenlijken.
II. Democratische president, Republikeinse meerderheid in Huis van Afgevaardigden, Republikeinse meerderheid in Senaat
In dit, volgens Boele en Cabezas, iets minder waarschijnlijke scenario hebben de Republikeinen in zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat een meerderheid. De ruimte voor beleidstransformatie is in dat geval nog beperkter. “Wij achten dit scenario fragieler, met hogere politieke risico’s”, schrijven ze. “Zo zal het moeilijker zijn om belastingverhogingen voor particulieren tot stand te brengen, hervormingen in de gezondheidszorg door te voeren en de standpunten over migratie met elkaar te verenigen.” Er zou vaker sprake zijn van politieke patstellingen en onzekerheid. De economie zou onder druk kunnen komen totdat beide partijen een compromis bereiken. In dit scenario zal de economische groei zwakker zijn, maar in welke mate is door de vaagheid van de beleidsvoornemens moeilijk in te schatten.
III. Republikeinse president, Republikeinse meerderheid in Huis van Afgevaardigden, Republikeinse meerderheid in Senaat
Dit scenario is niet erg waarschijnlijk. Boele en Cabezas denken dat de voorstellen van Trump in afgezwakte vorm ten uitvoer zullen worden gebracht als hij eenmaal president is. Presidenten die na verkiezingen aan hun ambtstermijn beginnen, stellen zich over het algemeen immers veel genuanceerder op. “Wij denken niettemin dat de politieke risico’s als gevolg van de onzekerheid hierover in dit scenario hoog zijn. De Amerikaanse economie zou meer geïsoleerd raken en de groei van de handel zou afnemen. Ook de directe buitenlandse investeringen zouden waarschijnlijk een klap krijgen. Een gedwongen vertrek van migranten zonder verblijfsvergunning zou bovendien tot maatschappelijke spanningen kunnen leiden.” In dit scenario zou de economische groei behoorlijk zwak zijn, terwijl de inflatiedruk vanwege een dalend groeipotentieel zou kunnen oplopen. De overheidsschuld als percentage van het bbp zou beduidend toenemen. De voorgestelde beleidstransformatie zou dus veel onzekerheid teweegbrengen, wat de economie schade zou berokkenen.
Het gedrag van de dollar
Economische ontwikkelingen en marktsentiment hebben meer invloed op de Amerikaanse dollar dan politieke ontwikkelingen, zo blijkt uit de research van Boele en Cabezas. De dollar heeft een heel bijzonder karakter, stellen ze. De munt kan zowel een cyclische valuta als een safe haven valuta zijn. Dat betekent dat in sommige perioden cyclische factoren bepalend voor de trend van de Amerikaanse dollar zijn, terwijl in andere perioden de safe haven factor het zwaarste weegt. Welke factoren in welk klimaat de overhand hebben, is van doorslaggevend belang.
De gunstigste combinatie voor de Amerikaanse dollar is een meer dan trendmatige economische groei, een aantrekkende groei, een positieve groei/inflatiemix (groei hoger dan inflatie) en een stijgende of hoge reële rente (officiële rente minus inflatie). In dat geval is er sprake van een door cyclische factoren beïnvloede dollar. Alleen tijdens de eerste ambtstermijn van president Reagan (1981-1985) was sprake van deze uitzonderlijk gunstige combinatie; zijn tweede ambtstermijn werd juist door tegengestelde omstandigheden voor de Amerikaanse dollar gekenmerkt.
Toen Reagan in 1981 aantrad als president, slaagde hij erin het zelfvertrouwen en het moreel van de bevolking op te krikken. De VS werden daardoor als een sterke wereldmacht gezien, wat de dollar ook aanzienlijk ondersteunde. Cyclische factoren wijzen vaak niet allemaal in dezelfde richting, waardoor hun totale effect neutraler kan zijn.
De Amerikaanse dollar is tijdens zware crises vaak ook in trek als safe haven. Zo nam de waarde van de munt tijdens de tweede ambtsperiode van zowel Clinton als Obama een hoge vlucht. In de tijd van Clinton kwam dat door meerdere crises (Aziatische valutacrisis, LTCM, Rusland, Latijns-Amerika) en in Obama’s ambtsperiode door de valutacrisis in opkomende markten en een sterke daling van de grondstoffenprijzen. Tijdens Clinton II en Obama II werd de Amerikaanse dollar tevens door cyclische/structurele factoren gestimuleerd.
Ontwikkeling dollar
De prognosehorizon van Boele en Cabezas bestrijkt de vier jaar van het aanstaande presidentschap niet, maar alleen de periode tot en met eind 2017. In het basisscenario blijft de Amerikaanse economie in dat tijdvak onder het trendmatig niveau, met slechts een lichte verbetering in 2017. De groei/inflatiemix is niet bevorderlijk voor de dollar, want de inflatie zal naar verwachting hoger uitkomen dan de groei. De reële rente blijft waarschijnlijk negatief, maar wel in minder sterke mate dan nu. Deze factoren vormen tezamen geen gunstige combinatie voor de Amerikaanse dollar. Als deze trend voortduurt, is het niet waarschijnlijk dat de munt onder impuls van cyclische factoren zal appreciëren.
De vraag die dan resteert, is of een vlucht naar safe havens tijdens een ernstige crisis een rally van de Amerikaanse dollar zal veroorzaken. De financiële wereld zag zich in de afgelopen jaren geconfronteerd met de valutacrisis in opkomende markten, sterke verkoopdruk in de grondstoffensector en het besluit van de Britse kiezer om de EU te verlaten.
Voor de komende tijd verwachten de specialisten van ABN Amro onzekere financiële markten, maar ze nemen geen tekenen van een nieuwe serieuze crisis in wording waar. “Het lijkt ons dan ook waarschijnlijk dat de kapitaalstromen naar de Amerikaanse dollar als safe haven valuta gering zullen zijn”, schrijven ze.
Deze ontwikkelingen vinden plaats in de context van een Amerikaanse dollar met een negatief geworden langetermijntrend. Mocht er toch opnieuw een ernstige crisis ontstaan, dan zou de vraag naar safe havens een substantiële appreciatie van de munt kunnen veroorzaken. Als Trump president wordt, wat niet erg waarschijnlijk is volgens Boele en Cabezas, verzwakt de dollar vermoedelijk in de loop der tijd. “Wij verwachten namelijk dat zijn beleid naar binnen gericht zal zijn en de structuur van de Amerikaanse economie zal verzwakken.”