Een lage rente is mooi, maar toch moet de rente omhoog. Dat staat voor William de Vries, Head of Core Fixed Income bij Kempen Capital Management (KCM), als een paal boven water. Hij had als keynote speaker op The Asset Conference goed nieuws, maar ook slecht nieuws voor beleggers die vertrouwen op staatsobligaties.
Het goede nieuws is dat het eigenlijk economisch gezien best goed gaat. “We hebben in Nederland eigenlijk geen reden tot klagen”, begint De Vries zijn uiteenzetting. “Iedereen verwacht dat de economische groei in 2016 verder gaat stijgen. Met Europa gaat het hartstikke goed. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zitten nu al aan hun top en over Japan doen gemengde berichten de ronde. Alleen de opkomende markten hebben het moeilijk.”
Bij het schetsen van de economische wereldkaart vindt hij het echter best moeilijk het groeipad van China te duiden. “Officieel gaat China in 2016 tussen de 3,5 en 7% groeien. Dat heeft de regering al verkondigd en het zal mij verbazen als er van die statistiek wordt afgeweken.” Hoe het precies zit, moet in 2016 duidelijk worden. China geeft dat zelf al toe, aldus De Vries.
“En het beleid zal daar dan ook op worden afgestemd. Dat komt ongetwijfeld neer op monetaire verruiming met de handrem erop. Ze zijn de reële rente omlaag aan het brengen, maar ze willen niet dat de valuta onderuit gaat. Daarom verlaten ze hun dollarposities en kopen er renminbi’s (yuans) voor terug. Dat leidt per saldo tot een netto-uitstroom van kapitaal. Dat is dan eigenlijk weer monetaire verkrapping.”
Tweesprong
De Vries ziet een tweesprong. “De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zullen, als de markt goed reageert op een renteverhoging in 2016, met nog meer verhogingen komen.” Maar in Europa en Japan gaan ze volgens hem er alles aan doen om de rente laag te houden. “Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank (DNB), ziet er de noodzaak niet van in. Maar er is ook een meerderheid binnen de Europese Centrale Bank (ECB) die de depositorente juist verder wil verlagen.”
De Vries verwacht dat de euro zo pariteit zal bereiken met de dollar. Een andere reden voor de ECB om de rente laag te houden, is dat er wel groei is in Europa, maar dat die heel door Europa heen varieert. Duitsland, Nederland en nog enkele landen maken een groeispurt door de export, terwijl de groei eigenlijk aangejaagd zou moeten worden door consumptieve bestedingen. Daarnaast zijn veel economieën in Zuid-Europa nog steeds ingericht op de lage rentestand.
Ook zit de ECB met de inflatieverwachting. “Die duikt steeds verder onderuit. De ECB is bang dat die verwachting permanent in het systeem komt.” Eigenlijk zou er een valutabeleid gevoerd moeten worden. “Maar dat kan niet. Men hanteert daarom nu een afgeleide doelstelling waarin de euro goedkoper wordt dan andere valuta. Blijkbaar is dat de enige manier om inflatie en een beetje exportgroei in de zuidelijke landen te krijgen.”
Hoewel de groei doorzet in 2016 en steeds meer landen uit het dal kruipen, blijft de ECB lonken naar een renteverlaging en dat is de schuld van het deflatiespook. De inflatieverwachting is te laag en de angst groeit dat die nog lager wordt.
Niet zo snel
Het Europese beeld verschilt heel erg met dat in Amerika. De Fed moet daar wel ingrijpen, meent de obligatiespecialist. “Er is geen reden om de rente zo laag te laten. De werkloosheid daalt en er is vrees dat de economie oververhit raakt.” De vraag is nu hoe de Federal Reserve in de nabije toekomst omgaat met de rente. De stemgerechtigde governors voorzien op de lange termijn een rente van rond de 4%. Interessanter is dat ze op korte termijn uitgaan van een ‘redelijke’ stijging tot 3%. “Als die prognose uitkomt, betekent dat toch dat de rente in 2016 nog wel een paar keer gaat worden verhoogd.”
Het is nog even afwachten hoe de Fed dat wil gaan realiseren. De Vries komt met twee scenario’s. “Veel mensen denken dat de Fed in rap tempo doorgaat met verhogen. Ik denk ook dat er nog wel een paar verhogingen aankomen, maar dat het niet zo heel snel zal gaan.” Hij blijft optimistisch: “Het gaat economisch gewoon hartstikke goed.
Maar dan nu het slechte nieuws. En ook dat heeft met de rente te maken.” Aan de hand van de rentebeweging in het afgelopen jaar, toont De Vries hoe beleggers in obligaties omgingen met de schommelingen die er waren. “Tot de dag dat de ECB met de kwantitatieve verruiming begon, was er sprake van een rentedaling. Dat ging goed. Je wist gewoon dat je long moest zitten om winst te maken. Daarna stortte de obligatierente in en schrok iedereen zich het lazarus.” De rente ging flink omhoog, maar vanaf juli daalde die weer. “Alleen de extreem lange rente steeg iets, hetgeen leuk is voor de pensioenfondsen.”
Goochelshow
De vraag is nu wat beleggers moeten doen. “Een internationale portefeuille heeft in 2015 nog wel wat rendement opgeleverd, maar de winnaar van vandaag zijn de verliezers van morgen.” Mensen die zekerheid willen hebben voor beleggingen beginnen met een risicovrij rendement van min 0,3%. Daarnaast moeten ze kijken naar andere vormen. Misschien toch renterisico zoeken met een langere lening, maar ook dat levert niet al te veel op.
“Wat je dan krijgt, is een uitruil van risico’s. Bedrijfsobligaties zijn een prima belegging. Beleggers lopen meer kredietrisico, maar minder renterisico.” En zo zijn er volgens de obligatiestrateeg meer trends. Bijvoorbeeld beleggen op een termijn van langer dan tien jaar. “Anders verdient u helemaal niets.”
Waar mensen ook voor kiezen, spreiding in de portefeuille is het toverwoord. De rente stijgt en dat zorgt ook voor uitdagingen. Het aanbod van staatsleningen daalt. De totale bedragen bedroegen het afgelopen jaar 900 miljard en voor 2016 rekent hij op 860 miljard euro.
En er komt een grote koper bij. Mario Draghi, de president van de ECB, kan naar de mening van De Vries zo terecht in een goochelshow. “Hij blijft kopen en als het in september 2016 niet genoeg blijkt, gaat hij gewoon door. Hij koopt op dit moment al de helft van de markt op.” Tot 2018 kan Draghi het inkoopprogramma doorzetten. “Daarna moet hij echt met iets nieuws komen.”
Politieke spanningen
Maar er zijn meer uitdagingen en het gaat dan vooral om politieke spanningen. De Vries ziet de spanningen in de Zuid-Chinese Zee, de vluchtelingencrisis en Rusland als onstabiele factoren. Verder is er de wereldwijd aanhoudende schuldencrisis. “Per saldo groeit de schuldenberg nog elke dag. Het hoeft geen probleem te zijn, maar het is wel een inherent risico in ons financiële systeem.”
Staatsobligaties zullen, wat er ook gebeurt, altijd deel uitmaken van een beleggingsportefeuille, besloot De Vries zijn speech gedurende The Asset Conference. “Er is nu niets aan te verdienen. In Brabant zeggen we dan dat u achteruit aan het boeren bent. Maar beleggers hebben de laag renderende obligaties wel nodig voor de situaties als het mis gaat.”