Maatregelen om het aandeel van vrouwen in de top te laten stijgen, zetten nog geen zoden aan de dijk. Het percentage vrouwen in de Raden van Bestuur (RvB) van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen is dit jaar afgenomen van 7,8% naar 7,1%. Dat blijkt uit de jaarlijkse Nederlandse Female Board Index.
Prof. dr. Mijntje Lückerath, hoogleraar Corporate Governance aan TIAS School for Business and Society, ziet wel een lichtpuntje. In de Raden van Commissarissen (RvC’s) is er wel een lichte stijging van 21,3% naar 23,1%.
AkzoNobel en PostNL voldoen aan het streefgetal van 30% vrouw in de RvB én RvC. Unilever heeft de meeste vrouwen in de raad van commissarissen; zes van de twaalf zijn vrouw. De twee bestuurders bij Unilever zijn echter man. Unilever voldoet dus aan het streefgetal.
Het streefgetal heeft overigens (tijdelijk) geen wettelijke basis aangezien het op 1 januari 2016 automatisch is komen te vervallen. Het wetsvoorstel om het wettelijke streefgetal te handhaven tot 2020 is nog niet goedgekeurd door de Tweede Kamer.
23 van de 83 beursfondsen hebben geen vrouw in de RvB of RvC, terwijl er ook dit jaar weer voldoende mogelijkheden waren om dit recht te zetten. Bij 14 bedrijven zonder vrouwelijke bestuurders zijn dit jaar wel 15 mannelijke bestuurders benoemd. En bij zes bedrijven zonder vrouwelijke commissarissen zijn negen mannelijke commissarissen benoemd.
Van alle 68 nieuwe commissarissen is een derde vrouw. Het gaat om 23 vrouwen. Van de nieuw benoemde vrouwelijk commissarissen komt ruim twee derde uit het buitenland, bij de mannen is dit slechts 41%. Twee vrouwelijke bestuurders zijn vertrokken, terwijl er geen enkele vrouwelijke bestuurder is benoemd. Het aantal vrouwelijke bestuurders neemt daardoor af van 17 naar 15.
