Emissierechten pieken naar 50 euro per ton CO2 uitstoot – wat betekent dat voor Europese bedrijven?
De kosten van vervuiling stijgen naar recordhoogte. Wat betekent dat voor Europese bedrijven – met name als Europa zijn klimaatdoelen aanscherpt, vragen specialisten van Schroders zich af.
Onlangs steeg de prijs voor emissierechten naar 50 euro per ton CO2. De koers is verdubbeld ten opzichte van voor de coronapandemie. Europa heeft een prijs gezet op de uitstoot van broeikasgassen voor de meest vervuilende industrieën. Er is een maximum aan de uitstoot gesteld. Maar er is ook een handelsplatform waar die emissierechten verhandeld kunnen worden.
Deze Europese maatregelen raken met name krachtcentrales en enkele industriële sectoren, die zeer energie-intensief zijn. Denk daarbij aan olieraffinaderijen en staalproductie. Maar bepaalde ondernemingen krijgen een emissievrijstelling en zij voelen de hogere CO2-prijzen dus niet direct. Het zwaarst getroffen is de stroomopwekking. De hogere CO2-rechten maken stroomopwekking uit fossiele bronnen duur, terwijl groene stroom juist concurrerender wordt. Dat kan een gedragsverandering bij consumenten en producenten versterken.
De impact verschilt ook per land. In Duitsland en Polen is er nog veel ruimte voor reductie van de broeikasemissie. Een hogere prijs is dus vooral voelbaar in landen die nog sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. De elektriciteitssector in Scandinavië, Spanje en Frankrijk zijn bijna volledig CO2-vrij.
Ambitieuzere doelen en aanscherping emissie-eisen
De vrijstellingen worden jaarlijks verlaagd, maar niet afdoende. Ondertussen scherpt Europa zijn klimaatdoelen aan en wil netto CO2-neutraal zijn in 2050. Dat kan betekenen dat vanaf 2025 de normen aangescherpt worden en er minder emissievrijstellingen worden verleend. Dat lijkt nog ver weg, maar de aandacht voor ESG-factoren kan de aandelenkoersen al eerder raken.
Een hogere CO2-prijs raakt bedrijven niet, tenzij ze er echt voor moeten betalen. Een snellere reductie van de vrijstellingen lijkt waarschijnlijk en dat kan een grote impact hebben op energie-intensieve industriële bedrijven. Een andere mogelijkheid is dat Europa ook andere sectoren in het emissieprogramma opneemt. Schroders denkt dan aan de transport- en bouwsector.
Lekkage voorkomen
De grootste uitdaging met het Europese emissieprogramma is ‘CO2-lekkage’, waarbij hogere kosten voor Europese industrieën leiden tot een vermindering van het concurrentievermogen. De bedrijven worden dan gedwongen hun installaties te sluiten of te verplaatsen. In dat laatste geval gaan de emissies door, maar verplaatsen zich naar buiten Europa.
Dat is te voorkomen met een CO2-invoerbelasting in Europa. Dit zou in theorie CO2-lekkage moeten voorkomen door de invoerprijs te verhogen conform de CO2-voetafdruk. Maar hoe moet dat gemonitord worden en hoe wordt ‘greenwashing’ van vervuilende producten voorkomen? Dat zijn vragen die moeten worden beantwoord voordat er een invoerbelasting komt.
Wereldwijde CO2-heffing
Veel van de problemen zouden worden opgelost als er een wereldwijde CO2-heffing komt. Europa loopt daarin voorop. China is een belangrijke markt om in de gaten te houden, omdat zich daar veel fossiele industrie bevindt. Nu ook China hogere klimaatdoelen stelt, zou er verbetering in hun systeem van emissieheffing moeten komen. De Chinese emissieprijs voor CO2 ligt momenteel rond de 3 dollar per ton, wat ver onder het niveau ligt dat nodig is om een echte CO2-reductie te stimuleren.
Duurzame bedrijven kunnen profiteren van een wereldwijde heffing op de uitstoot van broeikasgassen. Schroders noemt enkele voorbeelden van duurzame bedrijven, die schoner produceren dan vervuilende concurrenten elders:
- Norsk Hydro gebruikt waterkracht om aluminium te produceren.
- Yara is een Noorse producent van stikstofkunstmest met behulp van aardgas, terwijl veel Chinese producenten steenkool gebruiken.
De emissieprijs heeft niet voor elk bedrijf in Europa gevolgen. Maar de CO2-uitstoot heeft wel reële kosten in termen van hun impact op het milieu. Schroders heeft een eigen model ontwikkeld, Carbon Value at Risk, dat inzichtelijk maakt hoe bedrijfswinsten en rendementen in gevaar kunnen komen door strengere klimaatmaatregelen en hogere emissieprijzen.