Beleggers moeten hun allocatie naar opkomende markten heroverwegen, aangezien deze activa nog steeds sterk onderwogen zijn in wereldwijde portefeuilles. Massimiliano Castelli en Philipp Salman van vermogensbeheerder UBS AM zien drie redenen om meer in te zetten op de groeimotoren van de wereldeconomie.
In hun rapport ’The Case for Emerging Markets’ verwijzen Castelli en Salman eerst naar de macro-economische situatie, die bestaat uit solide fundamenten en een betere kredietwaardigheid dankzij een beter macro-economisch beleid en lage schuldniveaus.
“Daarnaast is het groeiverschil tussen de opkomende markten en de ontwikkelde economieën de afgelopen drie decennia meer dan verdubbeld: van gemiddeld 1 procentpunt in de jaren 1990 tot 2,7 procentpunt in 2010-2023. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zal dit verschil de komende jaren afnemen, maar boven de 2 procentpunten blijven.”
“Ook spelen er structurele langetermijntrends in het voordeel van de opkomende markten, zoals de demografie, de opkomst van de middenklasse en de verstedelijking. Daarbij komt de vertraging van de globalisering en de diversificatie van internationale bedrijven die vertrekken uit China. Deze ontwikkelingen hebben nieuwe kansen gecreëerd voor landen zoals Mexico en Vietnam.”
Castelli en Salman zeggen dat een grotere blootstelling aan de opkomende markten, in lijn met hun toegenomen gewicht in de wereldeconomie, het voor risico gecorrigeerde rendement van een wereldwijd evenwichtige portefeuille verbeteren.
“Voor de komende vijf jaar verwachten we dat EM-obligaties in harde valuta een hoger jaarlijks rendement zullen genereren dan wereldwijde aandelen, met minder volatiliteit. Als gevolg hiervan komt de verwachte Sharpe-ratio uit op 0,6 vergeleken met 0,29 voor aandelen.”
“Op het aandelenfront kunnen de opkomende markten naar verwachting een rendement van bijna 10 procent opleveren, vergeleken met 7,5 procent voor wereldwijde aandelen. De premie van de opkomende markten vergeleken met de geavanceerde landen zal naar verwachting ook de komende tien jaar intact blijven: 2,5 procent bij de aandelen en 3 procent bij vastrentende waarden.”
Tot slot gaan Castelli en Salman dieper in op de waarderingen: die zien er voor de opkomende markten aantrekkelijk uit in vergelijking met de geavanceerde economieën. “Met een koers-winstverhouding van minder dan 14 voor de MSCI Emerging Markets Index, zijn de waarderingen aanzienlijk lager, zeker in vergelijking met de VS.”
“De opkomende markten zijn de voorbije 25 jaar zelden zo laag gewaardeerd. Tegelijk klimt de MSCI World Index naar pieken die voor het laatst eind jaren 1990 en begin jaren 2000 werden gezien. Dit verschil in waarderingen heeft te maken met de ondermaatse prestaties van de opkomende markten in de jaren na 2010 en na Covid, toen ze niet deelnamen aan de wereldwijde aandelenrally. De slechte prestaties op de Chinese aandelenmarkt hebben ongetwijfeld ook een belangrijke rol gespeeld.”
“Het wijdverbreide pessimisme over de opkomende markten was zichtbaar in de meer recente rally in 2023. De outperformance van de ‘Magnificent 7’ en de Amerikaanse aandelenmarkten in het algemeen, heeft de belangstelling voor aandelen uit opkomende markten verder verminderd.”
“Bij UBS AM denken we dat deze Amerikaanse dominantie kan afnemen als de dollar verzwakt. Het inhaalpotentieel voor activa uit opkomende markten, met name aandelen, zou daarom aanzienlijk kunnen zijn.”